Klopt het dat de Haachtse geschied- en oudheidkundige kring al heel lang bestaat?
Jo Vandesande richtte de kring op in 1986. Intussen is HAGOK met zijn meer dan 500 leden zowat de grootste geschiedkundige vereniging in Vlaams-Brabant. Huidig voorzitter van de kring is historicus Bart Minnen uit Wezemaal. Daarnaast bestaat het bestuur van HAGOK uit negen leden.
HAGOK is een erg actieve vereniging. Vertel!
Onze belangrijkste activiteit is de publicatie van het tijdschrift HOGT, toonaangevend in zijn genre. We zitten intussen al aan jaargang 28 met jaarlijks drie nummers van circa 100 pagina’s. Omgerekend meer dan 8000 bladzijden historische teksten over de regio Leuven, Mechelen en Aarschot. We proberen in ons tijdschrift een gezond evenwicht te bewaren tussen wetenschappelijk verantwoorde teksten en “lichtere” literatuur voor de doorsnee lezer. Ook brengen we regelmatig publicaties uit. Bovendien organiseert de kring voordrachten en cultuurhistorische uitstappen, zelfs naar het buitenland. We nemen ook tal van genealogische, geschiedkundige en archeologische initiatieven.
HAGOK heeft zijn plaats in het Haachtse verenigingsleven. Waarom?
Omdat wij als kring al heel wat hebben verwezenlijkt. Een aantal voorbeelden om dit te staven…Beginjaren tachtig waren er de opgravingen van het laat middeleeuwse kasteel van Roost in Haacht en eind jaren negentig werd een deel van de middeleeuwse abdijkerk en het kerkhof van het Vrouwenpark in Rotselaar blootgelegd. Daarnaast zijn er onze belangrijke publicaties: het boek ‘1914 in de regio Haacht. Kleine dorpen in de Grote Oorlog’, in 2013 heruitgegeven is hét standaardwerk over de gebeurtenissen in augustus en september 1914 in de regio. ‘Het kanaal Leuven-Mechelen in heden en verleden 1750-2000’ dateert uit 1998 en in 2002 was er de publicatie ‘1940 in de regio Haacht. De Belgische eenheden op de KW-stelling’.
Hoe belangrijk is de regio van Haacht geweest in onze geschiedenis?
In verschillende dorpen in de streek van Dijle en Demer werden resten ontdekt uit de Brons- en Ijzertijd. Sommige plaatsnamen herinneren aan Gallo-Romeinse en Frankische bewoning. In de 12de eeuw kwam het gebied rond Demer en Dijle in handen van de hertogen van Brabant. De machtigste onder hen was de heer van Rotselaar die Rotselaar, Werchter, met Tremelo en Wakkerzeel, en Haacht verenigde tot het ‘land van Rotselaar’. Door het strategisch belang van Demer en Dijle werd het gebied bijzonder zwaar getroffen tijdens de vele oorlogen in de 16de en de 17de eeuw. Toch zorgden beide rivieren ook voor welvaart. Zo zorgde de schiptrekkersgilde van Werchter dat landbouwproducten hun weg vonden naar de stedelijke markten. De aanleg van de vaart Leuven-Mechelen en van steenwegen in de 18de eeuw, en van trein- en tramlijnen in de 19de eeuw, deden nieuwe economische mogelijkheden ontstaan zoals de brouwerijen van Haecht, het Sas, Mena...
Ook WO1 trok in de regio onuitwisbare sporen…
In augustus en september 1914 kwam het in onze omgeving tot zware gevechten. Het Belgisch leger ondernam tot twee keer toe vanuit de Antwerpse fortengordel een aanval tegen de noordelijke flank van de Duitse legermacht. Deze strijd en de woedende reacties van de Duitsers veroorzaakten onnoemelijk leed bij de burgerbevolking. In dit gebied vonden verschrikkelijke gevechten plaats, nog voor de Slag aan de Ijzer. Gelukkig herhaalden deze gebeurtenissen zich niet in 1940. Na WO2 groeiden de dorpen in het land aan Demer en Dijle uit tot welvarende gemeenten waar het goed wonen is.