Karin groeide op in een arbeiderswijk in Kessel-Lo, en liep achtereenvolgens school in de rijksbasisschool en het Koninklijk Atheneum Leuven. Daarna trok ze naar de Vrije Universiteit Brussel, waar ze pedagogie studeerde. Onderwijs was toen al haar grote passie. Toch kwam ze na een aantal jaren op het kabinet van minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback terecht. Daar kreeg ze de politieke microbe te pakken. In 1994 werd Karin verkozen op de Leuvense sp.a-lijst (nu Vooruit) en meteen tot schepen gebombardeerd. Ze bleef 9 jaren op post in het stadhuis, waar ze zich inzette voor sociale zaken, ontwikkelingssamenwerking, welzijn, onderwijs, jeugd, senioren, milieu en gelijke kansen. Tijdens de federale verkiezingen van 2003 sleepte ze voor sp.a (nu Vooruit) een tweede Leuvense Kamerzetel in de wacht. In het parlement en de commissie volksgezondheid werkte ze rond vele onderwerpen: gezondheid, voedselveiligheid en gelijke kansen, maar ook ethische thema’s zoals discreet bevallen, draagmoederschap en euthanasie. Ondertussen bleef ze in de Leuvense gemeenteraad actief.
In november 2006 werd Karin gedeputeerde van de provincie Vlaams-Brabant, bevoegd voor o.a. onderwijs, gezondheid, sport, gelijke kansen en sinds 2012 economie. Wegens een verhuis naar Haacht nam ze na 15 jaar afscheid van de Leuvense gemeenteraad. In Haacht werd Karin in 2013 gemeenteraadsvoorzitter. 2014 betekende de terugkeer naar de nationale politiek: Karin veroverde de tweede Vlaams-Brabantse Kamerzetel voor sp.a (nu Vooruit). Bij de parlementsverkiezingen van 2019 kon ze haar Kamerzetel behouden. Naast volksvertegenwoordiger is ze sinds 2003 ook voorzitter van VIVA-SVV, de vrouwenbeweging van de socialistische mutualiteiten. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 werd Karin schepen in Haacht. Ze is er bevoegd voor onderwijs, bibliotheek, kinderopvang, welzijn, gezondheid en gelijke kansen.
Waarom politiek?
Het is waarschijnlijk de vraag die Karin het vaakst hoort op straat, tijdens het werk of op café. Het antwoord is simpel: omdat ze de mensen graag ziet. Ze kan geen onrechtvaardigheid verdragen en wil dat niemand uit de boot valt. En heel belangrijk: ze gelooft dat we samen het verschil kunnen maken. Met zijn allen kunnen we zorgen voor een samenleving waar iedereen zijn ding kan doen, niemand achtergelaten wordt en iedereen dezelfde kansen krijgt. Ze voelt zich goed bij een babbel op een buurtfeest. Als enthousiaste bewoners van alle slag en kleur plannen maken voor hun wijk. Als iemand haar vraagt of ze geen plaatsje weet waar ze vrijwilligers nodig hebben. Als de buren vlot opvang voor hun dochtertje vinden. Als een oma trots vertelt dat ze haar eerste mailtje naar haar kleinzoon heeft gestuurd. Dat is de samenleving waarvoor ze zich inzet en die ze altijd in het achterhoofd heeft als er politieke beslissingen moeten worden genomen. Een samenleving op het ritme van de mensen, waar elke dag warm mag zijn.