Hoe en wanneer is het allemaal begonnen?
De Jan Primusfeesten zijn ontstaan eind jaren 60 maar toen noemde men dat ‘braderie’. Die werd georganiseerd in de Haachtse dorpskern, tussen de winkels waar alles zich nu nog altijd afspeelt. Haacht beleefde toen zijn gouden jaren. Elke handelaar gaf 2% van zijn decemberverkoop aan de handelaarskas. Het was de tijd dat de gemeente toonaangevend was voor de hele regio. Haacht had toen veel winkels die ver voor waren op hun tijd. Om volk te lokken begon men met allerlei attracties op de braderie. Zo kwam John Massis er één van zijn vele wereldrecords vestigen en werd er ook eens een catchavond georganiseerd op de markt.
Hoe evolueerde de braderie naar de huidige Jan Primusfeesten?
In de jaren 80 werd er overgeschakeld naar themabraderieën: er werd steeds een land in de kijker gezet. In 1991 brachten we Brasil tropical, maar het regende drie dagen en de braderie viel letterlijk in het water. Toen trokken we naar de brouwerij van Haacht met de vraag of we de braderie ‘Jan Primusfeesten’ mochten noemen. We sloten een akkoord en dat was dan het echte begin. De feesten van 1996 waren top. Met optredens van Helmut Lotti, Lisa Delbo, Niels William en Get Ready kregen de Jan Primusfeesten flink wat uitstraling en waren we vertrokken. Maar al vlug werd duidelijk dat de handelaarsbond dit niet alleen financieel kon dragen. Daarom sponsoren de brouwerij en het gemeentebestuur vanaf 1997 mee.
In 1999 kwam er een bestuur en kregen de Jan Primusfeesten een heel andere aanpak.
Zo’n organisatie vraagt veel mankracht. Daarom maakten we een overeenkomst met vijf grote verenigingen, uitsluitend van Groot-Haacht. Zij werken voor eigen rekening, en verdienen tijdens de feesten een mooi deel van hun jaarinkomen. Een belangrijke stap in onze opgang was de creatie van een VIP-ruimte: eerst op de bovenverdieping van de Wiels Palace op de markt, daarna bij Wilann in de kelder, later in zaal ‘onder de toren’ en sinds 2014 in een tent naast het podium.
Wat staat er dit jaar zoal op het programma?
Ons aanbod blijft beperkt omdat we de feesten gratis willen aanbieden. Op zaterdag is er de jaarlijkse rommelmarkt. Die past perfect bij het laatste weekend van de solden. Zondagnamiddag draagt de gemeente haar steentje bij met ‘smet ’t oep de met’. Het schepencollege gooit dan balletjes met een nummer in het publiek en dan maar prijzen rapen. Die namiddag gaat gepaard met optredens van straatartiesten.
Afrondend: hebben deze Jan Primusfeesten nog toekomst?
We blijven er alvast in geloven maar we ondervinden dat het jaarlijks moeilijker wordt. Spijtig, want met de Jan Primusfeesten doen we wat aan de verzuring in onze maatschappij. We willen de inwoners van Groot-Haacht iets leuks aanbieden voor hun trouw aan het handelscentrum. Tegelijk steunen we ook het verenigingsleven. Trouwens: in het Vlaamse artiestenlandschap zijn er maar weinig zangers die in Haacht nog niet op het podium stonden. Toch ook iets om fier op te zijn!
