
Wespelaar, Grote Baan, zaterdagmorgen 5 juli. Tussen 7u45 en 8u loeien er welgeteld 9 vliegtuigen boven mijn slaapkamerraam. Meer dan één per twee minuten dus. Maandag 7 juli komt de kern van de federale regering bijeen over het plan Wathelet, lees ik een half uur later in de krant. Brussel laat met luide stem weten dat het zijn zeg wil in de plannen van de federale regering rond de vluchtroutes. En Vlaams-Brabant? Opnieuw het kind van de rekening?
De gewijzigde opstijgroute legt een zware last op onze regio. Landende vliegtuigen zijn we al jaren gewoon. Dat we nu ook moeten opdraaien voor een groot aantal opstijgende vliegtuigen, zowel in de vroege uren, als in de late, is er ver over. Billijk? Eerlijk? Ik dacht het niet. Half juni hebben de gemeenten Haacht, Kampenhout, Holsbeek, Rotselaar, en Keerbergen samen besloten klacht neer te leggen tegen de gewijzigde vliegroutes. Zij zijn immers op geen enkele manier betrokken bij het wijzigen van het beleid. In het regeerakkoord was nochtans vastgelegd dat de lokale besturen moesten gekend worden als het ging over een eerlijke verdeling van de overlast. Sterke toename van opstijgend en laagvliegend vliegverkeer, het roept vragen op rond lawaaihinder, luchtvervuiling (omweg) en kostenefficiëntie.
Wat gebeurde er ondertussen met de bezwaren die de gemeenten uit onze regio samen indienden? Komen die ter sprake in het overleg van de federale kern? En wat met de honderden klachten van inwoners? Vermits de commissies in het federale parlement nog niet zijn opgestart, vertrekt er vandaag alvast een schriftelijke vraag richting Minister Wathelet. En een oproep aan de hele kern om rekening te houden met àlle inwoners van dit land, ook die in onze regio.