De provincie Vlaams-Brabant kent een grote diversiteit. Er leven mensen uit meer dan 175 landen. De provincie Vlaams-Brabant heeft een studie gemaakt om zicht te krijgen op deze minderheden. Met duidelijke en actuele cijfers op gemeentelijk niveau worden trends en evoluties toegelicht over deze mensen van niet-Belgische origine. Zo blijken er grote verschillen te bestaan binnen de provincie.
Deze bevolking is erg jong en sommige groepen kennen een groter aantal werkzoekenden. In de Rand rond Brussel maakt verfransing plaats voor internationalisering. De groeiende diversiteit stelt lokale besturen, voorzieningen, organisaties en de volledige Vlaams-Brabantse samenleving voor een enorme uitdaging. Er moeten haalbare antwoorden geboden worden op nieuwe vragen en noden rond taal, tewerkstelling, onderwijs, sociale cohesie, huisvesting en integratie. De provincie Vlaams-Brabant voert een actief beleid via het provinciaal integratiecentrum, de onthaalbureaus, de sociale tolk- en vertaaldienst en het Huis van het Nederlands.
Vlaams-Brabant is divers
Vlaams-Brabant kent een grote diversiteit. Er leven mensen uit meer dan 175 landen. "Vlaams-Brabant is een open provincie waar mensen en culturen elkaar ontmoeten, van elkaar leren en waar ook nieuwe ideeën kunnen groeien. Diversiteit is ons eigen en het is zeker ook één van onze sterkten. Diversiteit wordt al te vaak in een problematisch daglicht gesteld. En natuurlijk moeten we niet blind zijn voor de problemen. Maar bovenal schept diversiteit nieuwe mogelijkheden en verrassende inzichten. Zonder diversiteit geen vooruitgang", zegt Karin Jiroflée, gedeputeerde voor diversiteit en gelijke kansen.
Deze groeiende diversiteit stelt lokale besturen, voorzieningen, organisaties en de volledige Vlaams-Brabantse samenleving voor een enorme uitdaging. Er moeten haalbare antwoorden geboden worden op nieuwe vragen en noden rond taal, tewerkstelling, onderwijs, sociale cohesie, huisvesting en integratie. De provincie ondersteunt de lokale actoren hierbij maximaal via het provinciaal integratiecentrum, de onthaalbureaus en het Huis van het Nederlands.
Dossier Minderheden
De provincie heeft een studie gemaakt om zicht te krijgen op de minderheden op haar grondgebied. "Met het dossier minderheden willen we de bevolking in kaart brengen die de Belgische nationaliteit niet heeft of die pas recent verkreeg. Deze groep is heel wat ruimer dan de etnisch-culturele minderheden. De grootste groep van niet-Belgen in Vlaams-Brabant heeft immers een Europese nationaliteit. Heel vaak gaat het om mensen uit de buurlanden. Ook zij komen in dit dossier aan bod. In de studie staan duidelijke en actuele cijfers op gemeentelijk niveau. Trends en evoluties worden toegelicht. Beleid, voorzieningen en initiatieven van de federale, Vlaamse en provinciale overheden brengen we in kaart. De studie is een nuttig instrument voor een modern lokaal beleid", zegt gedeputeerde Karin Jiroflée.
Minderheden in Vlaams-Brabant
Door de versoepelde nationaliteitswetgeving is de nationaliteit geen goede graadmeter om het aantal mensen van buitenlandse origine in te schatten. Daarom werd in de studie de nationaliteit bij geboorte gebruikt. De spreiding van minderheden over de provincie is erg ongelijk. Gemiddeld heeft 12% van de Vlaams-Brabanders een niet-Belgische origine. Deze bevolkingsgroep is beperkt in het noorden van het Hageland en het zuiden van het Pajottenland, terwijl hun aandeel meer dan een vierde van de bevolking bedraagt in heel wat randgemeenten van Brussel. In Oost-Brabant kent alleen Leuven een waarde die boven het gemiddelde ligt. De spreiding verschilt ook naargelang de nationaliteit bij geboorte. Zo is de residentiële zone ten zuidoosten van Brussel bij voorkeur de woonplaats van personen van EU-origine.
De bevolking van niet-Belgische origine is erg jong. Daarom hebben minderheden meer gezinnen met kinderen, die vaak wat groter zijn dan de Belgische. Daardoor zijn er veel jongeren met een of meer ouders van niet-Belgische origine: 23% van de nog thuis wonende kinderen heeft minstens één ouder van niet-Belgische origine. Omgekeerd zijn ouderen minder talrijk bij de bevolking van niet-Belgische origine. Bij deze bevolkingsgroep is minder dan één op tien 60 jaar of meer, terwijl dat bij een Belgische origine meer dan een kwart bedraagt. Vlaams-Brabanders van niet-Belgische origine kunnen zo een sleutelrol spelen in het opvangen van de vergrijzing.
In Vlaams-Brabant vormt de bevolking van niet-Belgische origine een groeiende groep. Bijna één op acht heeft nu een niet-Belgische origine. Vijf jaar geleden was dat nog minder dan één op tien. Iets meer dan de helft van hen is afkomstig van een EU-land. Deze groep groeit nog aan, maar het is vooral de bevolking met een niet-Europese origine die de laatste jaren sterk groeit. Deze instroom wordt in ruime mate bepaald door migratie vanuit Brussel. Bijna de helft van de instromers uit Brussel heeft een niet-Belgische origine. Deze instroom is groot in de ruime rand rond Brussel en volgt de reeds bestaande verspreiding van minderheden. De instroom uit het buitenland doet zich vooral voor in grotere steden. In Vlaams-Brabant is ze vooral in Leuven geconcentreerd, maar de instroom in Brussel is bijna acht keer groter dan de instroom in geheel Vlaams-Brabant. Het is ook door deze instroom in Brussel, gecombineerd met een hoog geboorteoverschot, dat er een sterke uitstroom uit Brussel naar Vlaams-Brabant bestaat. De bevolking van niet-Belgische origine kent een hoger aandeel werkzoekenden dan de bevolking in het algemeen. Dit geldt vooral voor niet-Europese minderheden. Opvallend daarbij is de hoge scholingsgraad van deze werkzoekenden. Die is hoger dan bij de werkzoekenden van Belgische origine. Personen met een Marokkaanse en Turkse origine vormen hierop een uitzondering. Het armoederisico ligt dan ook veel hoger bij personen van niet-Europese origine en vooral van Marokkaanse en Turkse herkomst.
Ook werd het taalgebruik bekeken. Het aantal jongeren in het Nederlandstalig onderwijs geeft een aanwijzing van het aantal jongeren dat na hun schoolcarrière het Nederlands machtig is. Deze aantallen zijn vooral laag in de rand rond Brussel. In de faciliteitengemeenten gaat het om minder dan de helft; in de zuidoostelijke residentiële zone rond Brussel gaat het om minder dan 75%. Bij de thuistaal blijkt dat het Nederlands minder belangrijk is. Bijna een derde van de moeders spreekt een andere taal dan het Nederlands met haar pasgeboren kind. In de meeste gemeenten in de rand rond Brussel gaat het om meer dan de helft. In de faciliteitengemeenten is dat meer dan drie kwart. Het gaat niet om het verschil tussen het Nederlands en het Frans alleen. Internationalisering omschrijft de taalsituatie in de rand rond Brussel stilaan beter dan de term verfransing. Van de moeders die thuis geen Nederlands met hun kind spreken, spreekt bijna de helft een andere taal dan het Frans en dit aandeel stijgt. Er is dus een toenemend gebruik van andere talen dan het Nederlands in de rand rond Brussel, maar het gaat om steeds meer andere talen dan het Frans.
Minderhedenbeleid in Vlaams-Brabant
De provincie zet maximaal in op de uitbouw van haar inburgerings-en integratiewerking. "Met een volledig uitgewerkt aanbod ondersteunen we de lokale besturen bij het formuleren van concrete antwoorden op de vele beleidsvragen die de veranderende bevolkingssamenstelling en de groeiende diversiteit met zich mee brengen. We werken daarbij op allerlei sporen en zetten verschillende instrumenten in. Zo gaat aandacht naar inburgering, integratie, tolken en taallessen Nederlands", zegt gedeputeerde Karin Jiroflée.
Inburgering Nieuwkomers, maar ook mensen van een andere origine die al langer in Vlaanderen wonen, kunnen een inburgeringstraject volgen. Een inburgeringstraject bestaat uit een cursus Nederlands, lessen, 'maatschappelijke oriëntatie' en een individuele begeleiding. Het 'Onthaalbureau Inburgering Vlaams-Brabant' begeleidt deze trajecten. In Vlaams-Brabant zijn er regiokantoren of permanenties in Asse, Diest, Dilbeek, Halle, Leuven, Meise, Tienen, Vilvoorde en Zaventem. In 2010 ondertekenden 1475 inburgeraars een inburgeringscontract. 799 inburgeraars behaalden huninburgeringsattest in 2010.
Integratie
Het individuele integratieproces stopt niet met het volgen van een inburgeringscursus. Het integratiebeleid speelt hier op in en ondersteunt lokale besturen, onderwijs, welzijnswerk, socio-culturele verenigingen en de gehele samenleving in de vervollediging van dit proces. De bedoeling is de nieuwe inwoners maximaal te betrekken bij de lokale samenleving om op die manier verdere integratie en taalverwervingskansen te creëren. Het provinciaal integratiecentrum (PRIC) heeft een aanbod voor maatschappelijke voorzieningen, scholen, lokale besturen en socio-culturele verenigingen over interculturalisering. Omdat de gemeenten de meeste mogelijkheden hebben om op lokaal niveau de integratie te bevorderen, spelen zij een grote rol in het integratiebeleid. Sommige gemeenten hebben een integratiedienst die actief werk kan maken om mensen van andere origine te betrekken bij de lokale samenleving. In Vlaams-Brabant zijn er erkende gemeentelijke integratiediensten in Asse, Halle, Leuven, Liedekerke, Sint-Pieters-Leeuw en Vilvoorde. Diest, Machelen, Beersel, Herent, Dilbeek en Overijse zijn bezig met de aanvraag van de erkenning. De provincie ondersteunt deze gemeenten in de uitbouw van hun integratiebeleid.
Pasta en OTA
Openbare diensten en organisaties uit de welzijnssector die een sociale tolk nodig hebben, kunnen terecht bij PaSTa (Provinciaal aanbod sociaal tolken en vertalen voor anderstaligen). Hulpverleners, diensten, voorzieningen en gemeenschapsinstellingen binnen de Bijzondere Jeugdbijstand, die te maken krijgen met veel verschillende culturen en achtergronden, kunnen ondersteuning krijgen van OTA (Ondersteuningsteam Allochtone Jongeren in de Bijzondere Jeugdbijstand).
Huizen van het Nederlands
Er zijn verschillende actoren in de organisatie van het opleidingsaanbod Nederlands als tweede taal (NT2). De Huizen van het Nederlands gaan na welk opleidingsaanbod NT2 het best past bij het niveau van de kandidaatcursist. In Aarschot, Asse, Beersel, Diest, Dilbeek, Grimbergen, Halle, Leuven, Meise, Sint-Pieters-Leeuw, Tervuren, Tienen, Vilvoorde en Zaventem is er een Huis van het Nederlands. Vilvoorde, Meise, Dilbeek, Grimbergen, Asse , Sint-Pieters-Leeuw en Liedekerke worden ondersteund bij het uitvoeren van een gemeentelijk taal- en onthaalbeleid. Vanuit de gemeentes Zaventem, Overijse, Machelen en Beersel is er interesse voor ondersteuning bij het uitwerken van een taal- en onthaalbeleid.
De centra voor volwassenenonderwijs, de centra voor basiseducatie en de universitaire talencentra organiseren de opleidingen .Anderstalige jongeren die recent naar België verhuisd zijn, kunnen beroep doen op het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers. In Vlaams-Brabant is er een onthaalklas voor het secundair onderwijs in Vilvoorde, Tienen en Leuven.
Naast dit vaste aanbod, worden in tal van gemeenten taalstimulerende initiatieven en projecten opgezet, zoals Taalkampen, Café Combinne of praatgroepen. In Affligem, Asse, Beersel, Diest, Dilbeek, Drogenbos, Grimbergen, Halle, Huldenberg, Kraainem, Leuven, Liedekerke, Linkebeek, Machelen, Meise, Overijse, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Leeuw, Tienen, Vilvoorde, Wemmel, Wezembeek-Oppem, Zaventem en Zemst lopen er zulke initiatieven en dit aantal blijft groeien.