De voorbije dagen stond ons land in het brandpunt van de internationale belangstelling. De reden? De parlementaire bespreking van het wetsvoorstel dat onder zeer weloverwogen voorwaarden euthanasie voor minderjarigen mogelijk maakt. Een wisselmeerderheid keurde dit voorstel goed. Onbegrijpelijk en afschuwelijk voor veel buitenlandse verslaggevers en commentatoren. Een monsterlijke karikatuur zag het licht: België, het land waar men kinderen doodspuit.
Hiermee bewezen de tegenstanders in de eerste plaats dat ze het wetsvoorstel niet (goed) gelezen hadden. En dat ze niet vertrouwd zijn met de praktijk in ons land sinds de eerste euthanasiewet, zo’n 10 jaar geleden. Die heeft heus niet geleid tot allerlei uitwassen, in tegenstelling tot wat men vooral uit katholieke hoek voorspelde. Wel kregen mensen die ondraaglijk lijden de kans op een waardig levenseinde. Geen licence to kill of een hellend vlak naar een morele afgrond. Geen wrede, maar net een heel menselijke maatregel.
Beslissen over euthanasie doe je niet licht. Ik wens dit niemand toe, en al zeker geen jongere. Maar dat de keuze bestaat is een goede zaak. Op lijden staat geen leeftijd.