3 april 1990 is een historische datum: sinds die dag is abortus in België onder strikte voorwaarden toegelaten. Ons land speelde toen een pioniersrol. Toch werd een volgende, logische stap niet gezet. Want abortus bleef nog in het strafrecht, pogingen om dat te veranderen worden systematisch afgeblokt. Zelfs een debat ten gronde blijkt een brug te ver voor CD&V, N-VA en MR. Een democratie onwaardig.
Abortus is een recht, geen misdaad. Een meerderheid van de Belgen wil dan ook abortus uit de strafwet. Ruim 75 % is die mening toegedaan volgens een recente enquête van de ULB en de UHasselt. En opmerkelijk: hierbij zelfs 71 % van de katholieken en 62 % van de andere gelovigen. Een ruim draagvlak over de levensbeschouwelijke grenzen. Overigens wisten 7 op 10 respondenten niet dat vrijwillige zwangerschapsafbreking nog steeds in het strafwetboek staat. Vaak reageerden zij onthutst toen ze dit hoorden. Reden te meer om de wetgeving aan te passen aan de realiteit.
Abortus hoort niet in de strafwet, maar kan veel beter geregeld worden binnen het medisch recht. Een standpunt dat ¾ van de bevraagden onderschrijven en dat onder andere sp.a en Open VLD verdedigen. Beide partijen dienden hiervoor verschillende voorstellen in, maar kwamen telkens van een kale reis terug. Justitieminister Koen Geens (CD&V) en commissievoorzitter Philippe Goffin (MR) weigeren immers het debat. Voor hen past de depenalisering van abortus binnen de hervorming van het volledige strafwetboek. Eerder komt er geen discussie. Kous af, knikken en slikken.
Minister Geens is ongetwijfeld een eminent jurist. Maar van de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat heeft hij geen kaas gegeten. Of - waarschijnlijker - hij neemt graag een loopje met deze principes. Leerden wij niet altijd dat het wetgevend initiatief bij het parlement ligt? Of is de scheiding der machten intussen afgeschaft? ‘Geens’ wet of geen wet’ is al 4 jaar het credo waarvan de minister geen millimeter afwijkt. Onder het goedkeurend oog van de meeste coalitiepartners.
‘Soyons réalistes, demandons l’impossible’: die slogan verscheen in mei ’68 op de muren. Toch eisen wij 50 jaar na datum niet het onmogelijke. We vragen gewoon waar we in een parlementaire democratie recht op hebben. Een debat ten gronde, op een volwassen manier, met respect voor ieders standpunten. Zodat we eindelijk weer een stap vooruit kunnen zetten. Want daarop wachten vrouwen al veel te lang.