Photo by Greg Rosenke on Unsplash
Een nieuwe regering betekent nieuwe beleidsnota’s. Zo stelde staatssecretaris van Gelijke Kansen Sarah Schlitz (Ecolo) onlangs haar intenties voor in de Kamer. Ambitieuze plannen waar we ons met sp.a kunnen achter scharen. Tegelijkertijd doen we enkele aanbevelingen om het gelijke kansenbeleid te versterken en effectiever te maken.
De coronacrisis maakt duidelijk dat we – alle goede voornemens ten spijt – nog steeds in een ongelijke wereld vertoeven. Meer nog: COVID heeft de bestaande tegenstellingen scherp gesteld én uitvergroot. Terwijl de allerrijksten hun winsten zagen groeien, waren mensen in armoede de grootste slachtoffers. Cijfers van intrafamiliaal geweld exploderen, Aziaten krijgen met toenemend racisme af te rekenen, en kinderen uit kansengroepen kampen met extra leerachterstand. Ongelijkheid bestrijden moet dan ook een van dé prioriteiten van deze regeerperiode worden. Niet alleen van de staatsecretaris, maar van de voltallige regering. En eigenlijk van ons allemaal. We moeten de samenleving maximaal betrekken bij de uittekening en de uitvoering. Want gelijke kansenbeleid is per definitie participatief. Inclusie moet het kernwoord zijn.
In haar beleidsverklaring legt Schlitz een stevige focus op gendergelijkheid. Terecht: op het vlak van gelijke rechten tussen de geslachten slaat ons land immers niet zo’n goed figuur. Dat voelen maar al te veel vrouwen maandelijks in hun loonzakje. Gendergerelateerd geweld moeten we een krachtig halt toeroepen. Daarom pleiten we voor een kaderwet die niet alleen in de vervolging van daders voorziet, maar ook in preventie en mechanismen voor bescherming, ondersteuning en herstel van slachtoffers. Een observatorium zou de verspreide data over gendergerelateerd geweld kunnen bundelen en ontsluiten. Dit observatorium zou ingebed kunnen worden in het Instituut voor Gelijkheid van Mannen en Vrouwen, dat we (financieel) willen versterken.
Gendergelijkheid is essentieel. Toch mogen we ook andere vormen van achterstelling niet uit het oog verliezen. Youssef heeft immers nog steeds minder kans op een goede baan of een mooi appartement dan Jan. En ondanks onze progressieve wetgeving voelen mensen uit de LGBTQ-gemeenschap zich geregeld niet op hun gemak op straat. Toegankelijkheid is voor personen met een handicap een verre droom. En wie in armoede leeft kan in de praktijk niet altijd zijn rechten laten gelden. Of het nu gaat om uitkeringen, ondersteuning, vrijstellingen of kortingen. Leeftijdsdiscriminatie is een harde realiteit. De schrijnende voorbeelden in het recent rapport van Amnesty International over de woonzorgcentra spreken wat dat betreft boekdelen. We moeten daarom elke vorm van discriminatie keihard kunnen aanpakken. Hier ligt een belangrijke taak voor UNIA en het langverwachte interfederaal mensenrechteninstituut.
De wet is voor iedereen gelijk, maar helaas is niet altijd iedereen gelijk voor de wet. Die onrechtvaardigheid moeten we wegwerken. Tous ensemble!