Parlementaire hoorzittingen zijn soms verhelderend. Nu ook over de opheffing van de anonimiteit bij sperma- en eiceldonatie. Want wat blijkt: aan de huidige regelgeving verander je best niks. De anonimiteit is immers goed voor de meeste betrokkenen en biedt voldoende garanties om basisgegevens over medische aandoeningen door te geven. Daaraan morrelen bevordert de ongelijkheid en zorgt voor veel ongemak. En - niet onbelangrijk - we dreigen dan zonder sperma te vallen.
De voorbije dagen struikelden parlementsleden van de meerderheidspartijen over elkaar met wetsvoorstellen. CD&V en N-VA met de radicale keuze om de anonimiteit helemaal op te heffen, Open VLD met een waslijst aan mogelijkheden, van absolute anonimiteit tot het half of volledig vrijgeven van de identiteit van de donor. Je waant je zowaar in een Chinees restaurant. Het leidde tot gebakkelei onder coalitiepartners op twitter. Een Sperm War in het parlement, het einde van de vruchtbare samenwerking tussen N-VA en Open VLD? Uw gameten mogen het weten…
Maar ik wijk af. De voorstanders van een herziening vertrekken van de reële – en terechte - bekommernis van een aantal donorkinderen, hun ouders, kinderrechtenorganisaties en enkele genetici en ethici. En toegegeven: vanuit het oogpunt van de kinderrechten valt zeker een lans te breken voor het opheffen van de anonimiteit. Ook als academisch-genetische denkoefening is dit ongetwijfeld best interessant. Maar is het écht zinvol en wenselijk om donors te kunnen traceren? Worden de meeste donorkinderen daar écht gelukkig van? Verliezen we het ruimer fertiliteitsplaatje misschien niet uit het oog?
De huidige regelgeving die de fertiliteitscentra en spermabanken in ons land hanteren is lang niet slecht. Die centra wezen tijdens de hoorzittingen al op het gevaar dat spermadonaties zouden stilvallen en op de mogelijke teleurstellingen en ontwrichtingen die ontmoetingen met de donor kunnen teweegbrengen. Voorstanders als N-VA-collega Valerie Van Peel ontkennen dit staalhard. Van Peel gaat uit van een tijdelijke terugval en maakt zich sterk dat de aanvoer van gedoneerd sperma zich vlot zal herstellen. Vertelt ze er dan bij dat het hier om import gaat van commerciële spermabanken uit het buitenland?
Volgens holebikoepel Cavaria vrezen veel lesbische moeders voor een tekort aan donoren. Niet denkbeeldig gezien het legistieke voluntarisme en de overhaaste dadendrang van sommige parlementairen. UA-ethicus Willem Lemmens (DS 12 mei) steunt hen daarin. Hij wil volle kracht vooruit, noemt de opgelegde geheimhouding een vorm van paternalisme en onze fertiliteitswetgeving op dit vlak ethisch conservatief. Een bewuste woordkeuze, want daar schrikken progressieve politici toch wel even van. Maar biomedische fertiliteitsdossiers zijn niet zo zwart-wit.
De moedige getuigenis van kandidaat spermadonor Tim Duerinck (De Standaard 12 mei), nota bene zélf donorkind, zet alles in perspectief. Hij kondigt aan dat hij bij het afvoeren van de anonimiteit voor het zingen de fertiliteitskerk uitgaat. Dan hoeft het niet meer en zijn argumentatie snijdt hout: hij vergelijkt spermadonatie met het altruïstisch afstaan van een orgaan en - waarom niet – bloed geven. Voor hem geen toekomst als meervoudige biologische vader van kinderen die bij hem op de koffie komen. En als donorkind met twee liefhebbende moeders voelt hij geen nood aan een derde ouder in zijn leven. Sommige donorkinderen denken daar anders over, maar geldt dat voor de meerderheid?
Gynaecoloog en voormalig sp.a-senator Marleen Temmerman kantte zich destijds ook tegen het opgeven van de anonimiteit en het mogelijk traceerbaar maken van de identiteit van donoren. Met als argument dat de wens tot anonimiteit bij de meeste donors en wensouders zwaarder moet doorwegen dan de identiteitsqueeste van kinderen die zonder anonieme spermadonors… allicht nooit hadden bestaan. Is het in een tijd waarin we extra bescherming eisen van onze privacy op sociale media en internet echt zo progressief om spermadonoren hun anonimiteit af te pakken? Ik durf het betwijfelen. En noem me anders maar oubollig.
Trouwens: wat met de dreigende ongelijkheid die in de hele discussie vaak onderbelicht wordt? Gaan we de anonimiteit tot 30 jaar terug opheffen zodat lang geleden verwekte donorkinderen alsnog kennis kunnen maken met hun biologische vader? Wie vroeger sperma doneerde omdat het anoniem kon, zit daar echt niet op te wachten. Ik wens juristen die dit retroactief willen maken geen succes, want het zal tot familiale drama’s leiden.
En wat met de catalogus aan varianten die de meerderheidspartijen nu als ‘akkoord’ of ‘doorbraak’ presenteren? Ik zie een donorkind al in de toekomst naar het Europese Hof van de Mensenrechten stappen omdat zijn wettelijke ouders en de spermadonor in het verleden het verkeerde nummer uit het liberale keuzemenu aanstipten. Over de pleidooien van N-VA en CD&V voor de algehele opheffing van de anonimiteit kan ik kort zijn: een meerderheid van de spermadonoren is daar tegen en zonder hen sta je droog. Of zetten we ook bij ons de deur open voor import van duur buitenlands zaad? Laat de wetgeving maar zoals ze is.