Er loopt weer een gerechtelijk dossier over draagmoederschap. In de eerste plaats een persoonlijk drama, maar ook een wake up call voor het parlement. Want twee wetsvoorstellen hierover liggen al jaren stof te vergaren: een eerste om commercieel draagmoederschap te verbieden, een tweede om de niet-commerciële variant wettelijk te regelen. No time to waste!
Het verhaal van het koppel uit Gistel is de zoveelste schrijnende illustratie van waartoe het gebrek aan wetgeving kan leiden. In universitaire fertiliteitsklinieken bestaat de praktijk van het altruïstisch draagmoederschap al. Maar die wordt door elke instelling anders ingevuld, waardoor willekeur dreigt. Daarom is een wettelijk kader echt wel nodig, net als een duidelijk verbod op commercieel draagmoederschap. Want met de regelmaat van de klok moeten we vaststellen dat de wetgeving tekort schiet. Nochtans bestaat er een grote consensus: kinderen zijn niet te koop!
Van justitieminister Geens zal de oplossing niet komen. Geen luik immers over ethische dossiers in zijn beleidsverklaring. Maar dat moet ons niet stoppen. Integendeel, dan hebben we als parlementairen de verdomde plicht om onze verantwoordelijkheid te nemen. Om over de partijgrenzen een oplossing te forceren. Ook Vlaams parlementslid Lorin Parys (N-VA) dringt aan op duidelijkheid. Kan hij zijn federale collega’s overtuigen om onze voorstellen te steunen? Ik hoop het van harte. Zodat wensouders, (niet-commerciële) draagmoeders en kinderen niet langer in de juridische schemerzone moeten zitten.